1904 - Massart: Hechtel-Eksel 51

Massart
Charlier
Kempenaers
De Cleene

14 JUNI 1911 
 51°08'43" NB   05°21'27" OL


Massart fotografeerde de loop van de Grote Nete stroomopwaarts van op de Schaapschoorbrug in Hechtel-Eksel. Dagelijks staken vele schapen het wad op de voorgrond van de foto over om op die manier de Grote Nete te dwarsen. De pootafdrukken in de modder vallen onmiddellijk op. Het beweiden van bossen was toen immers nog heel gewoon. In de Nete en ook op de oevers van de Nete groeit mannagras (Glyceria fluitans) en biezeknoppen (Juncus conglomeratus). De duinen links en rechts zijn beplant met naaldhout. Dit was toen de meest gebruikelijke en bij wet gesteunde manier om de woeste gronden van de Kempen te ontginnen (fotoset 53). Zo is vooraan en rechtsachter op de foto zeeden (Pinus pinaster) te bemerkenen linksachter de grove den (Pinus sylvestris). Zeeden werd in de Kempen in de tweede helft van de negentiende eeuw veelvuldig aangeplant, maar de meeste aanplantingen gingen verloren door de strenge winters van 1879-1880 en 1890-1891. De zeeden was minder tegen vorst bestand dan de grove den en werd nadien bijna niet meer aangeplant. De bodem van het bos was vrij kaal want in die tijd was het weghalen van strooisel een normale praktijk. Het kwam zelfs zo ver dat de Bestendige Deputatie op 17 mei 1870 op aandringen van Waters en Bossen een omzendbrief rondstuurde waarin uitgelegd werd dat "de strooiselroof de bodem verarmt, de houtopbrengst doet dalen en de bomen doet verzwakken zodat insectenschade te vrezen wordt". Hiermee werd het strooiselrapen slechts om de drie à vijf jaar toegestaan.