1904 - Massart: Temse 32

Massart
Charlier
Kempenaers
De Cleene

15 NOVEMBER 1904 
 51°06'40" NB   04°10'29" OL


Massarts foto toont de Tielrodepolder langs de linkeroever van de Durme. De dijk is beplant met notelaars (Juglans regia) en helemaal links is een goed ontwikkelde buitendijkse rietkraag te zien. Deze regio was meerdere malen het slachtoffer van zware overstromingen, onder andere in 1906, 1928, 1936 en 1953. De overstroming van 1936 liet maandenlang akkers en weiden blank staan en er moest zelfs speciale hulp aan de overheid gevraagd worden om deze noodtoestand te bestrijden. Zoals achteraan op de foto te zien, ontstond als gevolg daarvan een concentratie van bewoning op de steilere en hoger gelegen zuidrand van de cuesta van het Waasland. Het zeer vlakke alluvium op de voorgrond wordt ingenomen door hooiland. Deze vloedmeersen overstroomden bij vloed en werden afgewaterd bij eb. In de wintermaanden, als de weide rustte, werden ze herhaaldelijk onder water gezet. Het vette slib, dat men ook spier noemde, bezonk dan op de meers. Zeven dagen voor Massarts opname overstroomde dit gebied waardoor een fijn laagje slib de grassen bedekte. Op deze manier werd niet alleen de zode bemest, maar ze werd ook aangeaard zodat de grasstruiken nieuwe scheuten kregen. Zo bleef de meers 'jong' en kreeg ze het uitzicht van een dicht, effen tapijt. In de zomer na het hooien, kon de bodem ook gedurende enkele nachten bevloeid worden, dankzij het spel van eb en vloed. Op die manier werd het doorschieten van de tweede snede bevorderd (fotoset 31). Dankzij deze geregelde, opzettelijke overstromingen hadden deze riviermeersen een hoge opbrengst.